Het rijwerk van een (graaf)machine is een van de belangrijkste onderdelen. Het is de basis van je machine en het zorgt ervoor dat je efficiënt en veilig kunt werken. Als je veel gebruik maakt van je machine gaan je rijwerk onderdelen op den duur slijten en zijn ze aan vervanging toe. Maar hoe herken je die slijtage?
Hoe weet je wanneer het tijd is om je rijwerk onderdelen te vervangen? Hieronder leggen we uit hoe je de slijtage kunt herkennen aan je kettingen, rubbertracks, rubberpads, sprockets en boven- en onderrollen.
Slijtage aan kettingen
De kettingen van je rijwerk zijn versleten wanneer de speling tussen de bus en de pen te groot wordt. De ketting wordt op deze manier langer en moet daarom vervangen worden. Je herkent steekvergroting bijvoorbeeld doordat de ketting niet meer gelijk loopt met het tandwiel of doordat de hoogte van de schalm lager wordt.
Slijtage aan rubbertracks
Ook rubbertracks slijten op den duur wanneer je de machine veel gebruikt. Je herkent de slijtage aan je rubbertracks bijvoorbeeld doordat de track op bepaalde plekken gaat scheuren. Dit kan voorkomen wanneer je veel over scherpe voorwerpen rijdt, zoals bouwafval, steenpuin en betonijzer. Daarnaast kan het profiel van de rubbertrack dunner worden bij langdurig gebruik.
Slijtage aan rubber pads
Heb je rubberpads aan je rijwerk? Dan herken je de slijtage door het steeds dunner worden van de pads. Dit kan komen door wrijving of schuren.
Slijtage aan de sprockets
De slijtage aan sprockets zijn eenvoudig te herkennen. Hierbij geldt over het algemeen: wanneer de tanden van de sprockets of segmentgroepen spits zijn, betekent dit dat ze versleten zijn en vervangen dienen te worden.
Slijtage aan bovenrollen en onderrollen
De bovenrollen en onderrollen van je rijwerk kunnen doorgaans op twee manieren slijten:
- Als de machine veel op een vlakke ondergrond rijdt, slijt het loopvlak van de rollen, oftewel: de diameter wordt kleiner.
- Als de machine veel schuin rijdt (bijvoorbeeld op een heuvel) kunnen de flenzen slijten en dus dunner worden.