Electric Construction Equipment (ECE) in Veghel toont op de TKD haar eerste elektrisch aangedreven wiellader, een 18-tons machine. Het bedrijf voorziet grondverzetmachines inmiddels letterlijk en figuurlijk aan de lopende band van een elektrische aandrijflijn. Het dochterbedrijf van Doosan-dealer Staad groeit hard. ‘Volgend jaar verkopen we voor het eerst meer elektrische machines dan diesels’, zegt ECE’s R&D-manager Thijs van Hal.
Als dealer van Doosan, tegenwoordig Develon, signaleerde Staad in 2020 al een vraag naar zware elektrische grondverzetmachines. Samen met een ombouwer werden toen de eerste stappen gezet om daarop in te spelen. Hierop volgend besloot de Brabantse dealer door te pakken en het heft volledig in eigen hand te nemen. Sinds 2021 ontwikkelt en bouwt Staad volledig in eigen huis elektrische grondverzetmachines en werden deze activiteiten ondergebracht in dochterbedrijf Electric Construction Equipment.
Dit jaar zeventig elektrische machines
Staad was er dus vroeg bij als het gaat om elektrische machines, deed miljoeneninvesteringen en nam enorme risico’s. ‘Met name in het begin was het vaak één stap vooruit en twee terug’, blikt Van Hal terug. Toch lijkt de ondernemersgeest het bedrijf geen windeieren te leggen. Onlangs al werd de vijftigste elektrische machine naar de klant gebracht. Met name Noorwegen is een belangrijke afzetmarkt, Nederland volgt. Nu staat het bedrijf aan de vooravond van serieus opschalen. ‘Dit jaar willen we zeventig machines bouwen en volgend jaar 140. De verwachting is dat we zo de komende jaren elk jaar verdubbelen’, zegt Thijs van Hal.
Primeur op de TKD is een elektrische 18-tons wiellader op basis van een Doosan DL280. Op het moment van schrijven is de machine nog in de opbouwfase.
De dieselmotor is vervangen door een elektromotor; deze drijft de originele vijftrapstransmissie aan en via deze weg tevens de hydrauliekpomp.
Op de achtergrond een 140 kWh ‘powerbox’, op de voorgrond de nieuwe ‘megabox’ met 400 kWh opslagcapaciteit en een gewicht van 3 ton.
Nieuwe 400 kWh-Megabox
Die groei lukt niet met de bestaande mensen en ook het pand in Veghel is daar te klein voor. Om toch snel op te kunnen schalen gaat ECE de assemblage uitbesteden aan twee bedrijven in de regio. Zo kan men zich bij ECE volledig richten op de ontwikkeling en de service. Ook bouwen de eigen monteurs in Veghel telkens de eerste vijf machines van een bepaald type. ‘Wij proberen zo dicht mogelijk bij de klant te blijven, in plaats van dat we zelf een productiebedrijf worden’, legt Van Hal uit. Wel blijft ECE alle accupakketten in eigen huis fabriceren. Vanwege de vraag naar méér actieradius switcht men nu van NMC-techniek naar LFP-accupakketten en groeien de packs in formaat. De nieuwe 3 ton wegende pakketten, ECE noemt ze Megabox, krijgen ook een nieuwe vorm; ze zijn voortaan langwerpig en bieden een opslagcapaciteit van 400 kWh als de nieuwe standaard. De mobiele 16-tonner en de nieuwe wiellader beschikken elk over één zo’n pakket. De zwaardere 35-tons rupsgraafmachines krijgen er twee en beschikken nu dus over 800 kWh opslag. Tevens is ieder accupack uitwisselbaar en voortaan op afstand uit te lezen, zowel als deze op de machine staat als wanneer deze los aan een lader staat. Zo kunnen klanten een melding krijgen als het laadproces is onderbroken, en kan ECE de accu’s op afstand uitlezen in het geval van een storing. De eerste machines met deze nieuwe accupakketten zijn onlangs geleverd aan kopers. Het betreffen zowel standaard als ook longreachmachines met 14 en 18 meter giekbereik.
Grotere actieradius
Reden om de accucapaciteit verder op te schalen is de vraag vanuit de markt. Met name Nederlandse kopers willen volgens Van Hal onder alle omstandigheden een volle werkdag kunnen draaien. ‘Nu is de opslagcapaciteit van onze mobiele machine 280 kWh. Daar kun je de werkdag mee doorkomen, maar niet onder alle praktijkomstandigheden. Met name bij de 30-tons rupsgraafmachine hadden klanten moeite om de werkdag van 8 uur vol te maken op één acculading. Met de nieuwe accu, de Megabox, hebben we een verbeterde energiedichtheid en meer capaciteit. Want een volle werkdag kunnen draaien is ons speerpunt.’ Ook in zwaar grondverzet kunnen de grote rupsgraafmachines nu een volledige dag draaien, is de verwachting. Hierin onderscheidt de ombouwer zich van de merken die af fabriek met elektrische machines komen of gaan komen. Zij lijken zich immers, volgens de aankondigingen zoals die nu bekend zijn, allemaal te richten op machines met accupakketten die verhoudingsgewijs minder energie bevatten.
Dankzij de nieuwe accupakketten groeit de accucapaciteit van de 35-tons rupsgraafmachines naar 800 kWh.
Elektrische machines groeien nog steeds. Onlangs leverde ECE deze 35-tonner met 18 meter giek. Een elektrische 50-tons rupsgraafmachine is in ontwikkeling.
De gezamenlijke werkplaats van Staad en ECE in Veghel. ‘Volgend jaar verkopen we voor het eerst meer elektrische machines dan diesels’, zegt ECE’s R&D-manager Thijs van Hal.
‘Fabrikanten kiezen voor kleiner accupakket’
En dit gegeven lijkt meteen het antwoord op de vraag of er straks nog wel markt is voor omgebouwde machines van ECE, zodra de grote fabrikanten zich gaan roeren met elektrische machines. Van Hal denkt om die reden van wel. ‘We hadden eigenlijk verwacht dat OEM’s al eerder en sneller, zo rond deze tijd, ook met grote elektrische machines op de markt zouden komen. Dat lijkt niet te gebeuren, ze beginnen nu onderaan met de minigravers, het gaat eerder richting 2030 voordat zij écht met zware elektrische machines op de markt komen. De strategie lijkt dan vaak om te kiezen voor machines met een accupakket met minder capaciteit, die wat goedkoper zijn in aanschaf. Ook een verwisselbaar accupakket heb ik nog niet bij de grote fabrikanten gezien.’
Vaak gehoord van grotere fabrikanten is de visie dat je de dag kunt volmaken door zulke machines in de middagpauze een uur aan de snellader te zetten. Van Hal plaatst daar zo zijn vraagtekens bij. ‘Dat lukt misschien als je één elektrische machine op een bouw hebt. Maar het wordt een uitdaging zodra je meerdere machines tegelijkertijd in een korte tijd wilt snelladen. Die netcapaciteit is er niet, of er moet een dure batterijcontainer op de bouw komen. Dan kun je beter zorgen voor voldoende accucapaciteit op je machine. Een machinist wil ook liever zorgeloos de dag doorkomen.’
Vooral mkb’ers investeren in elektrisch
Wat betreft afzet is het in Nederland momenteel rustig als het gaat om elektrische machines, omdat bedrijven afwachten of ze subsidie toegekend krijgen uit de lopende SSEB-ronde. ‘Dus blokkeert even de orderintake, en geeft dat straks een piek. Voor klanten is de subsidie nodig, want de kostprijs van een elektrische machine ligt hoger dan die van een diesel’, legt Thijs van Hal van ECE uit. Wel bracht ECE in aanloop naar de subsidieaanvraag veel offertes uit. Wat daarbij opnieuw opvalt, is dat met name kleine tot middelgrote familiebedrijven willen investeren in elektrisch. ‘Naast enkele grotere klanten zijn het vooral de mkb’ers met zo rond de 10 of 20 personeelsleden. Deze bedrijven werken wel vaak samen met een van de grotere aannemers, in meerjarencontracten die zekerheid bieden dat ze de elektrische machine bijvoorbeeld 1.400 uur per jaar in mogen zetten tegen een bepaald tarief. Dat geeft zekerheid. Van de machines die ECE bouwt, is de 165W, de 17-tons elektrische mobiele graafmachine, de hardloper.’
Groter lijkt onderweg
De komende jaren lijken er nog kansen genoeg voor de ombouwers, die ook niet stilzitten. ‘Voor wat betreft vermogen hebben we de grens nog niet bereikt’, zegt Van Hal. En daarmee ligt het in de lijn der verwachting dat ECE op termijn met een 50-tons rupsgraafmachine met drie accupacks gaat komen. Primeur op de TKD is een elektrische 18-tons wiellader op basis van een Doosan DL280. Op het moment van schrijven is de machine nog in de opbouwfase. Grootste uitdaging in de ontwikkeling was om voldoende energieopslag kwijt te kunnen in de beperkte ruimte op een wiellader. Daarom krijgt de wiellader een vast ingebouwd accupakket met 400 kWh capaciteit. In plaats van de dieselmotor zal straks een grote elektromotor de machine aandrijven. Dat gaat via de originele vijftrapstransmissie waar ook de hydrauliekpomp aan gekoppeld is. Een kleine tweede elektromotor verzorgt met een kleine hydrauliekpomp de nevenfuncties. Doordat vrijwel alles origineel blijft, verandert er voor de machinist ook weinig, zo verwacht Van Hal. ‘De 200 kW-elektromotor stellen we via de software af, zodat deze dezelfde vermogensafgifte en koppelcurve heeft als de originele dieselmotor. Daarom komen er ook geen extra of andere krachten op de transmissie en blijft alles eigenlijk hetzelfde.’ De machine is straks zowel via 22 kW AC te laden bij een standaard krachtstroom stopcontact als via een externe DC-snellader tot 140 kW per uur. Dit jaar bouwt ECE vijf wielladers.
De kaarten worden opnieuw geschud
Intussen zijn de monteurs in de werkplaats volop bezig met het installeren van het accupakket op de in aanbouw zijnde wiellader. Zo’n twintig medewerkers binnen het dealerbedrijf houden zich fulltime bezig met de elektrische ECE-tak. De opkomst van elektrische machines heeft dus een enorme impact op het bedrijf. Op meerdere fronten, legt Van Hal uit. ‘Klanten waar we als dealer nooit een Doosan konden verkopen, bellen ons nu zelf op om te informeren naar een elektrische machine. Dat was ondenkbaar en gaat gevolgen hebben in de hele keten. Want de verschillen tussen dealers zijn groot, niet iedereen kan elektrische machines leveren. De kaarten worden de komende jaren opnieuw geschud.’ Van Hal ziet onder klanten, grondverzetbedrijven, hetzelfde gebeuren. ‘Bedrijven die tot voor kort alleen rondom de kerk werkten, komen sinds ze een elektrische machine kochten ineens in beeld bij de grote aannemers en verhuren nu landelijk hun machines.’ Drie jaar geleden was het technisch ondenkbaar dat een 30-tons graafmachine op accu’s kon draaien. Van Hal: ‘We werden toen regelmatig voor gek verklaard. Nu is 40 procent van de machines die we verkopen elektrisch. Volgend jaar is dat voor het eerst meer dan de helft. Dat hadden we zelf drie jaar geleden ook nooit verwacht.