Gebruiker aan het woord
Anker Grondverzet in Nieuwerkerk aan den IJssel is de eigenaar van de ETEC E160W uit deze test. Anker is actief als aannemer, en in de verhuur van machines en materieel aan grote wegenbouwers. Een van de klanten is Dura Vermeer. Samen met deze opdrachtgever investeerde Anker in de eerste elektrische mobiele graafmachine in het machinepark, tevens de eerste zware elektrische machine die fabrikant ETEC bouwde.
Dura Vermeer zet de machine in op het project De Groene Boog. Gert-Jan Anker is de vaste machinist. Om het elektrisch draaien goed op de kaart te zetten draait hij als mede-eigenaar het eerste jaar zelf op de machine. ‘Mijn zwager werkt bij ELM en hij heeft meegebouwd aan deze ETEC. Wij begrijpen elkaar en de lijnen zijn kort als er een keer iets is.’
Na een technisch issue met de eerste set accu’s, dat door de fabrikant werd verholpen, draait de machine volgens Anker goed. Dat blijkt ook uit de urenstand: in ruim een halfjaar klokte Anker meer dan 1.500 elektrische uren. ‘Hij doet wat een kraan met dit vermogen moet doen. In gemiddeld infrawerk kan ik tien tot twaalf uur volmaken op één lading.’
Anker doelt dan op lichter werk, zoals banen trekken, afwerken en stenen bijzetten. Op het huidige werk laadt Anker voornamelijk vrachtwagens. Dat vergt meer power, de machine kan dat desondanks ook acht uur volhouden. ‘Omdat hij snel en sterk is, doen we dat werk ermee, we sparen ‘m niet. Daarbij vind ik het een uitdaging om zo zuinig mogelijk te draaien. Met de ‘gasknop’ begrens ik de toeren, ik zet ‘m vier tikkies terug vanuit maximaal, dan is de elektromotor nog steeds sterk genoeg en spaar je stroom. Ook ga je anders denken en rekenen, en probeer ik nu zo te werken dat je geen energie verspilt. Want dankzij de vermogensmeter zie je continu hoeveel energie een handeling verbruikt. Soms kun je dan beter even op een andere manier werken of gewoon nét iets rustiger. Op het eind van de dag heb je dezelfde hoeveelheid werk verzet, zul je dan zien.’
Met andere woorden: Anker past als machinist zijn werkwijze aan op de nieuwe techniek, om het zo tot een succes te maken. Het lijkt een voorwaarde dat je die wil en flexibiliteit moet kunnen opbrengen. Gert-Jan Anker is overtuigd: ‘In vergelijking met onze mobiele Doosan op diesel presteert deze elektrische minimaal gelijkwaardig. Natuurlijk, het is nieuw en over vijf jaar weten we pas of de elektrische machines een succes zijn of niet. Maar hoe dan ook zullen we innovatief aan de gang moeten, kijk naar het stikstofdebat en het klimaat, en dit is een begin.’