Zwaarder topmodel bij Knikmops 

Met de nieuwe Knikmops KM350 stapt de Belgische fabrikant van minishovels in het 3,5-tonsegment. En dat is een noemenswaardige uitbreiding, want deze machine is écht een slag groter, meer mans én anders gebouwd dan het huidige topmodel; de KM250. Tegelijk kondigt het bedrijf een uitbreiding van de fabriek aan met een nieuwe assemblagehal van 5.000 vierkante meter. 

Knikmops

Het was áltijd een van de kernwaardes van de Gebroeders Geens sinds ze eind jaren ‘90 de eerste Knikmops bouwden; hij moest gemakkelijk op een aanhanger achter de bus mee kunnen. Daarom bouwde het bedrijf enkel minishovels in het segment van 0,8 tot 2,5 ton. Tot nu dus. 

Gewicht vaker een non-issue

Tijden veranderen en de markt ook. Het nieuwe 3,5 tons topmodel komt er vooral op vraag vanuit de markt legt Marleen Geens uit. “We zien dat onze klanten uit het grondverzet vragen om een zwaarder model. Ze hebben een Knikmops, zijn daar heel tevreden van, en willen dat een nieuwe machine méér kan. Het zijn klanten die vaak al beschikken over een tractor met kar of een vrachtwagen, het hogere eigen gewicht is voor hen een non-issue.” Sterker; het 3,5 tons model kan strategisch gezien een belangrijke aanvulling worden, omdat deze het gat tussen de huidige 2,5 tons Knikmops KM250 en de fors grotere 4,5 tons machines van enkele concurrenten kan dichten.   

Gebouwd als een grote

BouwMachines kon recent kennismaken met een eerste prototype van de KM350, deze is volledig opnieuw ontwikkeld en gebouwd volgens het concept van een zware wiellader; met een star knikpunt, pendelende achteras en een laadframe met Z-kinematiek is het nieuwe topmodel op veel fronten écht anders dan wat we van Knikmops gewend zijn. De nieuwkomer beschikt nog steeds over typische Knikmops-kenmerken zoals de lange wielbasis en de compacte kont. Opgeteld meet de machine zo’n 4,6 meter in de lengte. De minimale breedte is 1,32 meter op smalle banden, maar zoals wij ‘m aan de tand voelen is hij 30 centimeter breder. De 3,6 ton wegende machine heeft een hefvermogen van 3.000 kilo. De 60 pk viercilinder Yanmar-motor is praktisch onder de stoel ingebouwd waardoor de achteroverbouw kort is gebleven. Om het dagelijkse onderhoud wat te vergemakkelijken beschikt de KM350 nu wel over een motorkapje dat open kan. Hier is het luchtfilter te bereiken, kun je de machine tanken en de hydrauliekolie bijvullen. De pomp levert 62 l/min bij maximaal180 bar.

De nieuwe giek met twee hefcilinders en Z-kinematiek maakt een degelijke indruk.
De KM350 weegt 3.600 kilo en tilt 3.000 kilo, met reserve.
Knikmops levert de machine met de eigen snelwissel. De aansluitingen voor de extra functies zitten hier wel wat kwetsbaar.
De nieuwe 3,5 tonner heeft een star knikpunt en een degelijk pendelende achteras.
De stuurkolom is verstelbaar en op dit type niet langer van staal.
Via een kleine kap is dagelijks onderhoud aan de 60 pk Yanmar viercilinder te doen.
Optie: bindhaken in de velg.
Het nieuwe topmodel loopt straks 25 km/u en is daarmee sneller dan de huidige modellen.

Pendelende achteras

Voor de aandrijving gebruikt Knikmops vier hoog-laag geschakelde hydraulische wielmotoren zoals vertrouwd. Omdat een 3,5 tonner vaker langdurig aan het werk is dan een kleinere minishovel, is er duidelijk meer aandacht voor de machinist. Een luxepaard is het nog steeds niet, maar de KM350 is duidelijk minder spartaans dan z’n kleinere broeders. Zo heeft het nieuwe topmodel geen vaste stalen stuurkolom maar een variant die verstelbaar is. Het oogt allemaal net wat meer áf en ook de trillingen lijken wat meer gedempt. Omdat de machine groter is, staat deze rondom uiteraard op hogere banden die wat meer vering bieden. Alles bij elkaar is de machine echt wel wat comfortabeler om mee te werken zo stellen we zelf vast. Het vaste chassis geeft een gevoel van stabiliteit. De pendelconstructie van de achteras oogt overbemeten degelijk, waarbij de as pendelt binnen een U-profiel met teflon geleiders. De machine loopt met maximaal 35 km/u fors sneller dan de huidige Knikmopsen. Niet nieuw maar wel een aardig detail zijn de bindogen in iedere velg, ter hoogte van de wielnaaf. Knikmops biedt deze sinds kort als optie aan op alle modellen om de machines beter vast te kunnen zetten.      

Knikmops bouwt al zijn machines en aanbouwdelen volledig in eigen huis in de fabriek in Hoogstraten (B.). Letterlijk gaat er aan de ene kant van de fabriek staalplaat naar binnen en komen er aan de andere kant minishovels uit. Mede met hulp van snij- en lasrobots heeft men het hele proces onder één dak. Ook opvallend; het bedrijf zet met een fors gevuld magazijn in op voldoende voorraad van componenten en onderdelen zodat de fabriek altijd door kan. “We kiezen er bewust voor om die voorraad niet extern bij toeleveranciers te laten maar zelf hier op te slaan zodat we het altijd tot onze beschikking hebben”, verduidelijkt Bert Geens.

Nieuwe hal faciliteert groei

De familie Geens had in de recente geschiedenis als doelstelling om 1.000 machines per jaar te bouwen. Enkele jaren terug was het bedrijf al eens redelijk op koers met een jaarproductie tegen de 900 machines. Nederland is van oudsher de belangrijkste afzetmarkt. Mede door de importeurswisseling in ons land en de afwikkeling daarvan is de productie twee jaar geleden iets teruggelopen. “We kijken graag vooruit, nu loopt de verkoop goed. De twee verdelers, Veluwenkamp in Hattem en de Nederlandse Machine Maatschappij in Waardenburg werken echt als een tandem.”

Het doel van 1.000 machines wil Knikmops op korte termijn alsnog realiseren - ook door nieuwe afzetmarkten aan te boren - en is tegelijk niet meer het einddoel. Dat is geen loze kretologie, aan groei werkt het bedrijf concreet. Zo kocht de minishovelbouwer recent het terrein van de buren erbij om ruimte te scheppen voor die groei. Een nieuw te bouwen hal bij de fabriek maakt verder opschalen, denk aan verdubbelen of meer, voor de toekomst mogelijk. De bestaande assemblagelijn zal volgens planning al volgend jaar naar deze nieuwe hal verhuizen en tevens zal er een nieuwe poedercoatinstallatie te vinden zijn. De huidige bestaande gebouwen gaan dan volledig dienst doen als staalwerkplaats. “Na het bouwverlof starten we met grondwerken en in februari 2026 zal de aannemer de bouw opleveren en begint de inbouw", legt Bert Geens uit.

Afwijken van oerconcept

De extra ruimte in de nieuwe hal is mede nodig om het nieuwe topmodel in serie te kunnen bouwen. “We bouwen in series van vier tot tien stuks van een bepaald type en voor het grotere model is de huidige assemblagelijn dan wat te krap.” Knikmops verwacht de KM350 begin 2026 in productie te nemen. De machine vormt niet de opmaat naar nóg grotere machines. Wel zal de nieuwe 3,5 tonner op termijn ook beschikbaar komen met een telescoopgiek. Ook een elektrische uitvoering én een cabinevariant gaan niet ontbreken. Al met al is de KM350 een gewaagde zet van Knikmops. Niet alleen omdat het een nieuwe markt betreedt, ook omdat de fabrikant duidelijk afwijkt van haar bestaande oerconcept. Toch lijkt juist dat de kracht van de nieuwkomer, die enkele Knikmops-kenmerken slim mixt met kenmerken van een capaciteitsmachine.  

 

Gebroeders Geens nv is te vinden op stand 149.